De eerste maandag van de zomervakantie is aangebroken.
Omdat we het weekend eigenlijk niet veel hebben ondernomen vind ik het nodig dat de kinderen even het huis uit zijn en gelucht worden.
Ik stel voor dat we naar het Engelen meer gaan om daar te zwemmen en spelen.
Niet dat ik het zelf zo geweldig vind om aan een openbare plas te liggen waar je fijn met zijn allen dicht op elkaar ligt in de hete zon en probeert het zand uit je koeltas houden maar ik vind dat ik toch ook wat pedagogisch verantwoorde dingen moet doen in plaats van thuis rond te hangen.
Afijn, nadat de boel is gemobiliseerd dat wil zeggen: koeltas ingepakt, iedereen ingesmeerd met zonnebrand, speelgoed is uitgezocht en ingepakt (alleen meenemen wat je zelf kunt dragen…0 de computer eindelijk is afgesloten, kunnen we gaan.
Aha, daar doet zich een probleem voor, het luchtbed moet mee en de grote opblaashaai ook.
We hebben de beschikking over het autootje van mijn moeder maar dat is niet zo groot dat alles daar zo maar inpast dus de halve bank plat en na wat duwen en trekken zit het luchtbed achterin en zit Tom voorin bedolven onder de opblaashaai.
Mam, zegt job, ik ben mijn duikbril vergeten en die MOET ik hebben!
Vooruit dan maar Job uit de auto huisdeur weer open en bril zoeken…….
Na een paar minuten is de bril gelukkig gevonden en stappen we weer in.
We kunnen gaan….Mam, ik moet eigenlijk plassen….. zegt Tom.
Verdorie, denk ik en volgens mij heb ik het ook gezegd en waarschijnlijk niet met een dergelijk net woord als ik net opgeschreven heb…. Dus haai er uit, Tom er uit deur weer open en plassen maar!
Nu gaan we echt… mijn enthousiasme is ondertussen al wat minder geworden als toen ik het plan bedacht had vanochtend.
Aangekomen bij het engelen meer is het gelukkig nog niet zo druk omdat het redelijk vroeg is.
We vinden een plaatsje op het zand waar ik de kinderen goed in de gaten kan houden en instaleren ons.
De kinderen rennen meteen het water in en gaan lekker spelen.
Mooi, denk ik, lekker even een boek erbij en lezen.
Dat gaat een half uur goed, de kinderen rennen op en neer van water naar mij, over mijn boek, handdoek en drinken heen met veel zand aan hun voeten maar niet getreurd, ze maken tenminste geen ruzie en zijn lekker bezig.
Na het halve uur komen ze op de handdoek zitten en verklaren plechtig dat ze nu genoeg gespeeld hebben en dat ze naar huis willen.
Met veel pijn en moeite kan ik ze nog overhalen wat te drinken en een koekje te nemen, ik heb die koeltas toch zeker niet voor niets meegesleept…
Ondertussen probeer ik het zand van en uit alle spullen te kloppen en alles weer in de tassen te krijgen.
Ik word tijdens deze bezigheid luidruchtig aangespoord om toch vooral op te schieten en niet zo langzaam te zijn.
Tja, dat valt nog niet mee want je hebt altijd veel meer rommel als je gaat, dan toen je van huis ging lijkt het wel, dan is het ook nog zo dat de kinderen natuurlijk geen schoenen en kleren aanwillen op de terugweg dus dat moet ook in de tas.
Alles is ingepakt we kunnen gaan!
Onder luid gemopper dat ze altijd alles zelf moeten dragen(ja je draagt het luchtbed en de haai en je speelgoed maar mooi zelf ik heb al twee tassen in mijn handen…0en dat ze geen ijs, friet en/of frikandel krijgen vertrekt de karavaan terug naar de parkeerplaats.
Hetzelfde geduw en getrek om alles weer in de auto te krijgen en Tom die nu de haai niet bij zich wil hebben en die ook nog HELEMAAL verbrand omdat het zo heet is in de auto maar afijn we kunnen naar huis.
Thuis aangekomen kijk ik op de klok en zie dat we net iets langer dan een uur weg zijn geweest!
Ik doe de tuindeuren open en de kinderen springen meteen in het zwembad in de tuin……
Na een kwartier ben ik klaar met alles opruimen en van overtollig zand te ontdoen.
Ik kan lekker in de tuin gaan zitten met alles bij de hand ….
Volgende keer bedenk ik me nog wel een keer voor ik weer zo’n pedagogische actie ga ondernemen!