Het sprookje van het gedragsgestoorde lelijke zwaantje.
Een leerling uit groep 5 is gisteren 9 jaar geworden. Dat is een heel gewone situatie in groep 5.
Nu is er bij dit kind een test afgenomen en zijn testgetal bleek 135 te zijn en, hoera, hij hoorde bij een trotse groep medelanders. Echter die 135 betekent dat zijn totale functioneren een 35% hoger niveau heeft dan dat van een leeftijdsgenoot. En 9 jaar plus 35% is 12 jaar. En twaalfjarigen zitten in groep 8. Het gaat in het sprookje om een kind uit groep acht. |
Nu gaan we een experiment doen.
We plaatsen de 12 jarige Twan Aalf, leerling uit groep 8, in groep 5. Die twaalfjarige Twan is een doorsnee kind, dat functioneert als een echte en gewone 12-jarige en komt uit een zeer evenwichtig gezin.
(Geen echtscheiding, geen drugs, geen huiselijk geweld, geen incest, geen plantage op zolder, geen sociale minderheidsgroepering, geen culturele minderheidsgroepering, geen afwezige vader, wel een meevoelende juf voor de klas, verzin maar verder, enig sarcasme mag je erbij gebruiken.)
Deze Twan plaatsen we in groep 5 en hij wordt behandeld als al die andere 9-jarigen. Met alles doet hij mee: tafels, dicteewoorden, ha fijn AVI 10, begrijpend lezen in de klas, spelen op het plein, tekenen, kringgesprek, alles, maar dan ook alles.
Het gaat, verrassing, fout met Twan. Er wordt geopperd om een klas over te slaan. Dat gebeurt ondanks de twijfel aan zijn sociale en emotionele vaardigheden. Hij speelt in groep 6 met niemand, heeft geen vriendjes, wordt gepest, slaat terug, is lichamelijk sterk, speelt veel met kleinere kinderen, want die accepteren hem zonder enig voorbehoud. Hij heeft ruzie met de leerkrachten en schold zelfs de directeur uit voor……(laat dat maar even zitten).
De eerste weken is Twan rustig in groep 6, maar dan komt er geen werk meer uit zijn handen, ook niet de extra opgaven, geleend uit groep 7.
Twan nog een jaar versnellen? Waar is het einde? Hij kan niet eens zijn werk plannen. Ja, waar zou hij dat geleerd moeten hebben?
Twan verdwijnt tenslotte, na een poging brugklas VWO (Cito testgetal 549), via Havo naar het VMBO. Zijn ouders melden op een Hint-avond dat hij nu eindelijk gelukkig is.
Zeker, hij is weer onder gelijken, net als in groep 5. Dit proces is hem bekend en dit kan hij hanteren.
Na dit experiment overweegt de directeur van de basisschool om deze vreemdsoortige Twans in het vervolg maar gelijk te plaatsen op het VMBO, want dat komt er toch van. De gewonnen energie kan dan naar kinderen gaan die er zelf wel moeite voor doen.
Maar weet de directeur dat Twan later op zijn pootjes terecht gaat komen?
Veel later:
Twan maakt het VMBO af, trouwt en werkt hard (eindelijk kan hij zijn vaardigheden exploiteren). Hij valt op bij de bazen. Zijn inzicht in mensen en in het werk bezorgt hem promotie, zijn onbekwaamheid in het omgaan met mensen brengt hem ontslag. Zijn vrouw stimuleert hem en Twan start een van de weinige bedrijfjes die ondanks de recessie groeien. De kinderen van Twan hebben een rijke, maar zeer ontoegankelijke vader. De kleinkinderen van Twan ook (doordenkertje!).
De kleinkinderen lijden er onder. Maar dat kon die directeur nooit geweten en gebruikt hebben bij zijn beslissing.
Dit stukje is geschreven door Arie van Kessel, een lid van HINT.
Ik vond het zo’n pakkend en herkenbaar stukje dat ik het jullie niet wilde onthouden…….